De oud-voorzitter kijkt terug en vooruit

22 oktober 2015

Na bijna 4 jaar BVNL voorzitter te zijn geweest, heeft Jan Driessens afscheid genomen. Hij heeft veel meegemaakt en hij heeft met alle activiteiten van/namens BVNL ook veel bereikt. Was BVNL in den beginne een ‘uitvoeringsorganisatie’ voor het voldoen aan de wettelijke eisen door de B2B verpakkers, nu is BVNL een betrokken lobby organisatie met een diep geworteld netwerk in het Verpakkingen dossier. Nu zijn actieve BVNL inzet voorbij is, kijkt Jan Driessens in onderstaande schets terug en vooruit.


Het Verpakkingen dossier vindt zijn oorsprong in een EU richtlijn waarin de producenten verantwoordelijkheid werd vastgelegd. Alle lidstaten moesten dit in nationale wetgeving implementeren en uitvoeren. In Nederland vond en vindt dit realisatie in het ‘Besluit Beheer Verpakkingen’.

Per 1 januari 2015 is de herziene Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) met betrekking tot ‘Besluit Beheer Verpakkingen 2014’ in werking getreden. Deze AMvB vindt haar oorsprong in het opnieuw onderhandelde Raamakkoord II, en het daarbij behorende Addendum dat een geldigheid heeft van 2013 tot 2022. Het Raamakkoord II werd op 27 juni 2012 ondertekend door ‘Het verpakkende Bedrijfsleven’ (FNLI – CBL – RND – Fiar – Vleehan – BVNL), de rijksoverheid door het ministerie van I & M, en de VNG. In aanvulling op het Raamakkoord werden nog additionele afspraken gemaakt in een Addendum, dat alleen getekend werd door vertegenwoordigers van VNG en het Verpakkende Bedrijfsleven. Dit ‘Addendum Raamakkoord Verpakkingen over de aanpak van de dossiers verpakkingen en zwerfafval voor de jaren 2013 – 2022’ werd in januari 2013 ondertekend en beide documenten werden op 24 januari 2013 door de Staatssecretaris Mevrouw W. Mansveld aangeboden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer.

BVNL is in het Afvalfonds vertegenwoordigd met 1 bestuurszetel. In dat kader heeft BVNL eind 2014 besloten haar statuten aan te passen en is vanaf dat moment geen uitvoeringsorganisatie meer maar een belangenbehartiger voor de B2B verpakkers(organisaties).

In het Raamakkoord worden de recycling percentages per materiaalgroep (Hout, Kunststof, Metaal, Glas en Papier & Karton) vast gelegd. Het behoeft geen betoog dat Nederland wederom hogere percentages heeft opgelegd aan het bedrijfsleven in Nederland dan de EU in haar richtlijn heeft aangegeven. Dat staat de Nederlandse overheid overigens vrij om te doen.

Met het ten uitvoer brengen van het Raamakkoord II en het daarbij behorende Addendum kwam er in 2013 een einde aan de vermaledijde Verpakkingen Belasting (Vpak). Daartegenover staat dat de uitvoering zoals die nu wordt gerealiseerd via het Afvalfonds Verpakkingen, wordt gefinancierd uit een bijdrage van alle producenten-importeurs die meer dan 50.000 kg verpakkingen op de markt brengen. Om dit alles zodanig vorm te geven dat er geen ‘free-riders’ zijn (bedrijven die zich aan hun verplichting willen onttrekken, heeft het verpakkende bedrijfsleven een Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) weten te realiseren met de betreffende ministeries. Hiervoor was er een absolute noodzaak om BVNL aan boord te hebben binnen het afvalfonds anders kon de AVV niet verkregen worden.

Een belangrijk onderdeel van alle afspraken binnen het bedrijfsleven is dat er géén kruissubsidie plaats vindt tussen de verschillende materialen. Kortom, alle materialen moeten hun eigen kosten dragen met betrekking tot de kosten die gemaakt moeten worden om deze materialen in te zamelen, te sorteren en te herverwerken. Voor de bedrijfsverpakkingen werd een separate ‘B2B-regeling’ afgesproken. De kosten voor de B2B ontdoeners worden namelijk al door deze B2B verpakkers zélf gedragen. Dat is geheel anders dan de kosten voor recycling van de consumentenverpakkingen. Alle tarieven en regelingen zijn te vinden op: www.afvalfondsverpakkingen.nl. De tarieven die het Afvalfonds hanteert worden nu per 01.01.2016 voor het eerst aangepast en dit komt met name door de zeer succesvolle en hoge inzameling van de kunststoffractie via Plastic Heroes.

De tarieven zoals die door het bestuur van het afvalfonds worden vastgesteld per materiaal bestaan uit een vaste kostencomponent en een variabele kostencomponent per kilogram materiaal. BVNL betaalt een zéér gereduceerd tarief voor het variabele deel aangezien de ontdoeners in principe zelf al afspraken hebben gemaakt met afvalverwijderaars en daar de kosten ook al zelf voor dragen. In het vaste kostenblok zijn vergoedingen voorzien voor het reguliere budget van Nederland Schoon (€ 5,5 miljoen) en de administratiekosten van Nedvang, Afvalfonds en KIDV.

Het voordeel voor de Bedrijfsverpakkingen is dat alle registraties en verantwoording over de behaalde recyclingresultaten liggen bij Nedvang/Afvalfonds. BVNL heeft in Nedvang zowel een Dagelijks Bestuur zetel als een Algemeen Bestuur zetel. Middels het nieuwe ‘Besluit Beheer Verpakkingen’ dat per 1 januari 2015 in werking is getreden worden afvalverwijderaars nu erop aangesproken om de hoeveelheden verpakkingen afkomstig van bedrijfsafval ontdoeners te melden aan Nedvang. De administratieve vergoedingen daarvoor worden ook door Nedvang betaald aan de afvalverwijderaars. Dit is vorm gegeven in zogenaamde Deelnemersovereenkomsten (DNO’s). Daarmee heeft BVNL haar verantwoordelijkheid voor de recyclingpercentages bedrijfsverpakkingenafval qua uitvoering overgedragen aan Nedvang.

Het Afvalfonds Verpakkingen is de aan te spreken partij door de rijksoverheid wanneer de resultaten zoals vastgelegd in het ‘Besluit Beheer Verpakkingen’ niet worden gehaald. De controle vanuit de rijksoverheid wordt uitgevoerd door het ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport).

Het Afvalfonds heeft de Monitoringactiviteiten gecontracteerd via een Service Level Agreement (SLA) met Nedvang (Nederland Van Afval Naar Grondstof; www.nedvang.nl). Binnenkort verschijnt de monitoringrapportage 2014 met betrekking tot de activiteiten die het Afvalfonds in het kader van de wetgeving en de producentenverantwoordelijkheid dient uit te voeren en te publiceren.

Naast recycling is het zwerfaval thema een continu aandachtspunt. Het Afvalfonds verzorgt daarvoor een bijdrage aan de Stichting Nederland Schoon (www.nederlandschoon.nl). De doelstelling van Nederland Schoon is om het subjectieve ‘Schoongevoel’ dat er leeft in Nederland onder haar burgers naar een 8 te brengen en het objectieve ‘Meten van zwerfafval’ ook naar een 8 te brengen. In principe bestaan er géén objectieve milieuanalyse rapporten met betrekking tot zwerfafval. Nederland Schoon heeft om haar doelen te bereiken de beweging ‘Supporter van Schoon’ in de wereld gezet. Inmiddels zijn al circa 200.000 burgers lid van deze beweging. Het hoofddoel is bewustwording en educatie van de burger. Het is uiteindelijk de burger die het zwerfafval veroorzaakt en niet het bedrijfsleven. De Stichting Nederland Schoon is zowel nationaal als internationaal aanzien als een echte ‘Kennisbank’ met betrekking tot de aanpak van Zwerfafval. De doelstellingen en activiteiten die Nederland Schoon probeert te realiseren kennen een jaarlijks budget van circa € 5,5 miljoen. Aan deze basisvoorziening betaalt de afdeling bedrijfsverpakkingen binnen het vaste deel van de vergoedingen van de tarieven van het Afvalfonds mee. Daarnaast is er afgesproken dat Gemeenten een bijdrage van maximaal € 20,0 miljoen per jaar kunnen ontvangen voor EXTRA inspanningen die zij verrichten om het zwerfafval beter te kunnen aanpakken. Daar zijn tal van voorbeelden voor op te noemen. Leidend in dat debat is de rapportage van Deloitte uit 2009. Als gevolg van het Algemeen Overleg verpakkingen in de Tweede Kamer in juni 2015 werd afgesproken dat er een speciale activiteit ontplooid gaat worden binnen de gemeenten door Sportverenigingen en Scholen om als groepsactiviteit zwerfafval in te zamelen. Dit levert een generieke bijdrage op vanuit het Afvalfonds. Deze zal ook uit deze € 20,0 miljoen worden bekostigd. De plannen voor de implementatie van deze nieuwe aanpak dienen in oktober van 2015 te worden gepresenteerd en daarna te worden geïmplementeerd.

De Stichting Nedvang heeft tevens Service Level Agreements met de Materiaalorganisaties om een goede (dubbele) check te hebben op de recyclingpercentages die per materiaal worden gerealiseerd.

Verder is er in het kader van Raamakkoord II en het daarbij behorend Addendum afgesproken dat er een Kennis Instituut wordt opgericht om de milieubelasting van verpakkingen te reduceren. Hierbij gaat het in eerste instantie om een goed ontwerp voor de verpakking en zijn toepassing te vinden waarbij in de ontwerpfase al vaststaat hoe de circulariteit van de verschillende grondstoffen vorm gegeven kan worden. Het Kennisinstituut (KIDV: www.kidv.nl) heeft daarvoor een Duurzaamheidsagenda gepubliceerd die regelmatig wordt bijgewerkt.

Onderdeel van deze Duurzaamheidsagenda zijn de zogeheten Branche Verduurzamingsplannen die tevens de hoogst haalbare doelen dienen te beschrijven. De aanloopfase daartoe was zeker niet eenvoudig en heeft meer voeten in de aarde gehad dan aanvankelijk gedacht. Het KIDV heeft daarvoor een toolset laten maken door de Universiteit van Twente. Inmiddels zijn de eerste (brancheverduurzamings)plannen getoetst door de toetsingscommissie en aan de Staatssecretaris gestuurd ter beoordeling. Nederland is het eerste land in Europa dat een dergelijke vergaande systematiek met betrekking tot verduurzaming van de verpakkingenketen heeft geïntroduceerd. Ook de bedrijfsverpakkingen dienen hier aan mee te werken. Uiteindelijk is BVNL medeondertekenaar van het Raamakkoord en Addendum en tevens onderdeel van het bestuur van het afvalfonds. Daarnaast is er een AVV afgesproken en deze verbindt alle betrokken branches en ondernemingen ook om mee te doen met deze initiatieven. Inmiddels lopen er ook diverse initiatieven met de EU om deze systematiek om circulariteit te bevorderen, bespreekbaar te maken. Het KIDV houdt regelmatig bijeenkomsten waar ook BVNL en de bij haar aangesloten branches worden uitgenodigd ten behoeve van kennisuitwisseling. Deze bijeenkomsten worden zeer goed en ook zeer regelmatig bezocht. Uiteindelijk is een besparing op het gebied van verpakkingen ook een economisch zinvol initiatief.

Economie = Ecologie!

Vanuit het KIDV zijn er inmiddels verschillende studies afgerond, zoals er bijvoorbeeld zijn: onderzoek inzameling en recycling van Drankenkartons; Onderzoek PVC houdende verpakkingen; Onderzoek Draagtassen die vanaf komende januari 2016 niet meer gratis verstrekt mogen worden!

Het KIDV wordt daarmee HET kennisplatform voor Verpakkingen. Het KIDV heeft daarvoor ook de website www.meldpuntverpakkingen.nl opgezet in samenwerking met Milieu Centraal. De bedoeling is dat consumenten en gebruikers in het algemeen kennis kunnen vergaren met betrekking tot materialen en verpakkingen, en tevens suggesties kunnen doen om verpakkingen te reduceren en of verbeteren. Het bedrijfsleven dat hier wordt aangesproken moet deze vragen beantwoorden. Er wordt zeer actief en positief aan deel genomen zowel door de consumenten en gebruikers maar ook door het bedrijfsleven die nut en noodzaak van deze informatievoorziening heeft opgemerkt.

Kortom, wat is er nieuw op dit moment:

  • Per 1 januari 2016 komt er een nieuwe tariefstructuur voor verpakkingen (Afvalfonds).
  • In Q4 – 2015 worden de monitoringresultaten over 2014 bekend gemaakt (Afvalfonds).
  • In Q4 – 2015 worden nieuwe zwerfafval initiatieven geïmplementeerd (Afvalfonds samen met Nederland Schoon).
  • In Q4 – 2015 worden de eerste brancheverduurzamingsplannen gepubliceerd (Ministerie van I&M en KIDV).
  • In 2015 moeten de afvalverwijderaars de hoeveelheden bedrijfsverpakkingen die worden gerecycleerd melden aan Nedvang (DNO’s).
  • Een werkgroep ‘Logistieke Hulpmiddelen’ zal verder invulling gaan geven aan de monitoring van deze groep (deels secundaire, deels tertiaire) verpakkingen.
  • Wijziging voorzitterschap BVNL: Robert-Jan ter Morsche is mij opgevolgd. Een zeer ervaren collega heeft de voorzittershamer overgenomen. Graag wens ik hem veel goeds en succes!En verder?
  • In 2017 vindt er een eerste evaluatie plaats van het functioneren van Raamakkoord II en Addendum.
  • Eind 2015/begin 2016 zal de EU commissie nieuwe voorstellen lanceren hoe de richtlijn verpakkingen in de toekomst vorm gegeven zal moeten gaan worden.
  • De circulaire economie zal meer en meer vorm gaan krijgen bij het bepalen van verpakkingen, naast allerlei andere initiatieven die er ontplooid worden binnen het gedachtengoed van circulariteit. Uiteindelijk is dit een van de speerpunten van het beleid van IenM.
  • De brancheverduurzamingsplannen dienen verder opgevolgd te worden met nul metingen en meetbare resultaten in de toekomst (2016 e.v.).
  • Een studie naar de recyclingkansen en bedreigingen van Kunststofverpakkingen zal in werking gezet gaan worden.